Ik heb echt een super week achter de rug. Het WWOOF-en was zo’n goede ervaring. Naast het werken, wat best pittig was, heb ik veel gedaan en geleerd. Ik ben een week bij Jiro en Sanae geweest, een stel van rond de 65 jaar oud met een boerderij en een grote groentetuin, wat olijf- en fruitbomen, rijstvelden, ze kweken shitakes en hebben geiten en katten. Ze proberen wat betreft groenten, fruit en rijst zelfvoorzienend te leven op Shodoshima. Het is een klein eilandje (de omtrek is maar 126 km) en het is bekend vanwege het mediterraanse klimaat met veel zon en weinig regen. Hier vind je, als enigste plek in Japan, olijfbomen. Het eiland staat er vol mee. Ook zijn er veel sojasaus fabrieken waar sojasaus nog ambachtelijk wordt gemaakt en wordt hier udon gemaakt (dikke noodles).
De boerderij is 100% biologisch, ze gebruiken geen chemicalien. Voor het toilet gebruiken ze micro-organismen, waarna het de natuur instroomt zonder dat het gaat stinken. Op de boerderij heb ik onder andere meegeholpen met het werk in de groententuin; onkruid wieden, plantjes uitdunnen en opnieuw planten, bemesten, etc. We hebben in boomstammen gaten geboord en daarin plugjes geslagen met een soort rubberen spul erop. Later brachten we de boomstammen naar een heuvel waar ze 2 jaar de tijd nodig hebben voordat er uit die plugjes shitakes groeien. Ook hebben we olijfbomen die omgewaaid waren rechtop gezet en met stokken verstevigd, het geitenhok uitgemest en de composthoop bijgevuld met bergen vers gemaaid gras. Tijdens het werken heb ik zoveel insecten gezien, allemaal kleurige en grote kevers en spinnen, verder veel vlinders en een paar enorme duizendpoten en maden. Elke ochtend werkte ik 3 uur en elke middag ook 3 uur, met een siesta in de tussentijd. En dan was er het ‘familiebad’ rond 18.00 uur. Sanae stookte een kacheltje op dat een klein bad verwarmde waar je in kunt zitten. Het werkt hetzelfde als bij een onsen, maar nu ga je omstebeurd in bad. Daarna was het etenstijd. Dat bestond uit een aantal verschillende kommetjes; rijst, miso soep, groenten en vlees of vis. Het was allemaal zo lekker! Daarna deed ik de afwas en dan zo rond 20.30 uur ging ik naar mijn tuinhuisje, waar ik sliep, en deed ik verder niet meer zoveel. Een beetje liggen en lezen. Ik was aardig uitgeput na een dag werken.
Ik werkte meestal met Sanae en de eerste twee dagen was er een vrouw uit Hokkaido (noord Japan) bij die ook meewerkte en mee at. Beide konden weinig Engels en we in werkte samen in stilte, wat eigenlijk wel ontspannend was. Ik vond het werken in de tuin heerlijk. Het is zo ontspannend om met je handen in de aarde te werken en het geeft een voldane moeheid. Ik vond het wel jammer dat Sanae me niet zoveel kon uitleggen over wat we aan het planten waren en waarom dat op die manier moest bijv. Soms deed ik ‘s avonds navraag bij Jiro die wat beter Engels sprak. Jiro heeft een paar jaar geleden een beroerte gehad en was halfzijdig verlamd. Door oefeningen kwam hij op een gegeven moment uit zijn rolstoel, maar nog steeds is zijn linkerkant erg zwak. Hij kan niet werken in de tuin en slaapt veel overdag. Sanae staat wel dagelijks in de tuin. Ik heb veel respect voor haar gekregen. Ik kon haar tempo niet bijbenen. Ze was ook de hele tijd in de weer. Als we uit de tuin kwamen, stookte ze het bad warm, kookte ze, maakte ze schoon, regelde ze dingen. Ik heb haar alleen zien zitten tijdens de maaltijden.
Naast het werken was er veel vrije tijd en ging ik mee met Jiro en Sanae. Ik heb ongeveer 3,5 dag gewerkt en de rest bestond uit leuke dingen doen samen. We hebben een middag thee gedronken met een vriendin van Sanae. Met de woordenboeken erbij probeerden we een gesprek te voeren, soms gaat het zo moeizaam, maar we hebben toch wat kunnen uitwisselen. We zijn naar een surpriseparty geweest van een stel dat pas getrouwd is maar nog geen feest gegeven had. ‘S morgens hebben we eerst sushi gemaakt om ‘s middags mee te nemen naar het feestje. Daar werd ook mocha gemaakt, Japans gebak van een soort rijstdeeg. Op zaterdagavond werd er een etentje georganiseerd op de boerderij en kwamen er familie en vrienden langs. In de tuin werd een grote wok op een vuurtje gezet om zelfgemaakte udon in te koken. Op mijn laatste dag heb ik samen met Sanae het eiland rondgereden. Ik heb een heleboel sojasaus-fabrieken gezien, een museum over de productie van sojasaus, een aardbeienboerderij, een wandeling langs grote rijstterrassen en toen naar een repetitie van een Japans theaterstuk. De volgende ochtend kreeg ik een lunchpakketje van Sanae en heb ik de ferry naar Okayama genomen en daarna de bus naar Hiroshima, waar ik nu weer in een hostel zit en sushi’s uit de supermarkt eet..